Saldo Jaarrekening

Exploitatieresultaat
(bedragen x € 1.000)

Begroting 2023 primitief

Begroting 2023 gewijzigd

Rekening 2023

Verschil tussen begroting na wijz. en rekening

V/N

Baten

338.813

389.197

376.975

-12.222

N

Lasten

342.727

375.074

357.761

17.313

V

Saldo van baten en lasten

-3.914

14.122

19.214

5.092

V

Ontrekkingen aan reserves

8.612

34.076

34.469

393

V

Toevoegingen aan reserves

4.698

48.147

46.415

1.732

V

Mutaties reserves

3.914

-14.071

-11.946

2.124

N

Gerealiseerd resultaat

0

51

7.268

7.217

V

De Jaarrekening, zoals deze in hoofdstuk 7 is opgenomen, sluit met een totaal saldo van baten en lasten van € 7,3 miljoen voordelig. Dit is voor het aan de raad voorgestelde bestemmingsvoorstel, zoals opgenomen in hoofdstuk 4.4. Na de verwerking van de laatst vastgestelde begrotingswijziging 2023 was sprake van een verwacht voordelig saldo van € 51.000. Een te verklaren afwijking daarom van afgerond € 7,2 miljoen, dit is exclusief het bestemmingsvoorstel.

Het afgelopen jaar hebben wij op een aantal momenten gerapporteerd over het saldo van baten en lasten en het verwachtte resultaat. In de Zomernota (waarin de 1e Beleidsrapporage verwerkt zat) presenteerden wij u een begrotingsresultaat van € 7,9 miljoen. In de 2e Beleidsrapportage presenteerden we een begrotingsresultaat van € 4,6 miljoen daar bovenop. Dit overschot hebben we in onze algemene reserve gestort en verwerkt in onze begroting. Na de laatste begrotingswijziging in 2023 was daarmee het verwachtte saldo € 51.000.

Programma (bedragen x € 1.000)

Verschil tussen begroot en jaarrekening

1 Veiligheid

657

2 Verkeer, vervoer en waterstaat

-231

3 Economie

-150

4 Onderwijs

588

5 Sport, cultuur en recreatie

384

6 Sociaal domein

3.195

7 Volksgezondheid en milieu

431

8 Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en stedelijke vernieuwing

-2.141

9 Bestuur en ondersteuning

4.484

Eindtotaal

7.217

In bovenstaande tabel staan de verschillen tussen begroot en werkelijk per programma vermeld. Hierna volgt een samenvatting van de verschillen op hoofdlijnen en grote afwijkingen. Dit doen we voor afwijkingen op programmaniveau van meer dan € 0,5 miljoen. Opgeteld kunnen de verschillen die we samenvatten afwijken van de totale financiële afwijking van het programma. Dit komt doordat we hier alleen de grote afwijkingen benoemen. Een meer uitgebreide toelichting op alle verschillen vindt u dan ook in hoofdstuk 5.2 - Toelichting op de beleidsprogramma's.

Programma 1

Het gebrek aan capaciteit en krapte op de arbeidsmarkt komt vaker terug in dit Jaarverslag. De niet ingevulde vacatures, werkzaamheden die verplaatst zijn naar andere taakvelden en detachering van medewerkers zorgen voor € 0,4 miljoen voordeel op de personele lasten. Er zijn minder onderzoeken en activiteiten laten uitvoeren, dit zorgt voor € 0,1 miljoen voordeel.

Programma 4

In 2023 zijn er incidentele meevallers binnen onderwijshuisvesting als gevolg van minder onderhoud, schade herstel en inhuur personeel door krapte op de arbeidsmarkt van € 0,1 miljoen.
Daarnaast hebben we van het Rijk een compensatie ontvangen voor de meerkosten in energie € 0,2 miljoen. De verdeling van de stelpost gasprijs levert een voordeel op van € 0,3 miljoen bij de gymlokalen.

Programma 6

Dit programma zorgt voor meer dan 50% van de totale uitgaven in 2023. Bij de bijstuurmomenten afgelopen jaar hebben we gepoogd om dit zo reëel mogelijk te doen. Alsnog zien we door de grootte van het programma een aantal afwijkingen:

  • Ook in 2023 zijn vluchtelingen opgevangen aan de Hazenweg en in de sloopwoningen aan de Nijverheid. Hiervoor hebben wij in 2023 (rijks)vergoedingen ontvangen die hoger zijn dan onze uitgaven (voordeel € 1,5 miljoen).

  • Het BUIG (Bundeling Uitkeringen Inkomensvoorzieningen Gemeenten)-budget is eind 2023 naar boven bijgesteld. Dit budget wordt ingezet ter dekking van de uitgaven bijstand en loonkostensubsidie. De inkomsten in 2023 zijn ongeveer € 0,7 miljoen hoger dan de uitgaven.

  • Er is ondanks brede communicatie minder beroep gedaan op de bijzondere bijstand energieregeling, dit zorgt voor een voordeel van € 0,7 miljoen. Voor de bijzondere bijstand toeslagen zijn meer plannen van aanpak opgesteld dan verwacht, hiervoor ontvangen we een normvergoeding van het Rijk. Deze rijksvergoeding is € 0,3 miljoen hoger dan verwacht. Op de andere algemene regelingen bijzondere bijstand is gezamenlijk het voordeel opgelopen tot € 0,2 miljoen.

  • Reële tarieven WMO en Jeugd. De voorlopige uitkomst van het regionale onderzoek naar reële tarieven voor WMO en Jeugd is opgenomen in de tweede Beleidsrapportage, de definitieve uitkomst is opgenomen in de Jaarstukken 2023. Het nadeel is minder groot dan begroot vandaar dat er een voordeel wordt gepresenteerd van € 0,7 miljoen.

  • We zien over het algemeen een stabiliserende trend in cliënten en indicaties bij Jeugd. Daarnaast zien wij op enkele zorgvormen binnen jeugd de zwaarte van de indicaties toenemen (bijvoorbeeld voor wonen en verblijf).

  • We hebben een teruggave vanuit de Gemeente Enschede gekregen als centrumgemeente voor Beschermd Wonen (voordeel € 0,6 miljoen) ontvangen. Bij de Beleidsrapportage hebben we kritisch bijgestuurd met een bate van € 2,5 miljoen maar deze is hoger uitgevallen.

  • De lasten voor jeugdhulp zijn afgelopen jaar gestegen en zorgen voor het grootste nadeel in programma 6. De nadelen landen op verschillende taakvelden met verschillende oorzaken, deze worden verder in het Jaarverslag nader toegelicht.

Bovenstaand zijn enkele grotere afwijkingen. Voor het totale beeld en een toelichting op de samenhang met het maatregelenpakket en het transformatieplan verwijzen we naar programma 6.

Programma 8

In dit programma komen de grootste afwijkingen vaak uit de grondexploitaties. Daarrnaast is er een nadeel van € 0,7 miljoen op loonkosten en inhuurkosten van grondexploitatieprojecten die nog niet zijn vastgesteld.
Enkele mutaties in de grondexploitaties zorgen voor een nadeel van € 1,5 miljoen. Dit zorgt tegelijkertijd voor een voordeel in programma 9 van bijna gelijke omvang in verband met de verrekening met de reserve grondexploitatie.

Programma 9

Programma 9 bestaat uit een diversiteit aan activiteiten. Het totaal aan saldo is beperkt maar er zijn wel grote mutaties in de taakvelden. De grootste financiële afwijkingen zijn:

  • We hebben per saldo € 2,3 miljoen meer verrekend met reserves. Dit is een voordeel in programma 9. De hogere onttrekkingen komen voornamelijk door de mutaties uit de reserve bodemsanering en de reserve grondexploitatie.

  • De decembercirculaire kon niet meer worden verwerkt in onze begroting. Dit zorgt voor een voordeel van € 1,5 miljoen. U bent hier al over geïnformeerd in de raadsbrief (3685104). Een deel van deze middelen is bedoeld voor 2023, daarom zijn deze benoemd in het bestemmingsvoorstel.

  • De dotatie aan de pensioenvoorziening Wethouders viel lager uit als gevolg van de renteontwikkeling afgelopen jaar (€ 0,4 miljoen).

  • Als gevolg van de krapte op de arbeidsmarkt hebben we slechts een deel van de benodigde capaciteit kunnen opvullen met ingehuurd personeel. Dit zorgt voor een voordeel op overhead van € 0,3 miljoen.

  • De kosten die gepaard gaan met de sterke stijging van bezwaren op WOZ-waarde zijn meegevallen, dit zorgt voor een voordeel van € 0,3 miljoen.

  • Er is nauwelijks beroep gedaan op de budgetten van onvoorziene uitgaven en opties nieuwbeleid (€ 0,2 miljoen voordeel).

Stel uw jaarverslag zelf samen

SELECTIE

0 - geselecteerd