6.1. Lokale heffingen

Lokale heffingen stellen de gemeente in staat eigen middelen te verkrijgen. Die middelen worden ingezet voor uitgaven voor de uitvoering van de gemeentelijke taken. De invoering, wijziging of intrekking van lokale heffingen vindt plaats door middel van een verordening, die door de gemeenteraad wordt vastgesteld.

De lokale heffingen bestaan uit gemeentelijke belastingen en rechten. Deze vormen een belangrijke inkomstenbron voor de gemeente, die vooral door de burgers wordt opgebracht. Lokale heffingen worden onderscheiden in heffingen waarvan de besteding ongebonden dan wel gebonden is. Ongebonden lokale heffingen zijn belastingen, zoals OZB en hondenbelasting. Belastingen rekenen we tot de algemene dekkingsmiddelen, omdat zij niet aan een inhoudelijk begrotingsprogramma zijn gerelateerd. De besteding is niet gebonden aan een bepaalde taak; de gemeente is vrij in de besteding van de opbrengst. Gebonden heffingen, zoals de afvalstoffen- en rioolheffing, worden verantwoord op het betreffende taakveld en worden niet tot de algemene dekkingsmiddelen gerekend. Hiervoor geldt het uitgangspunt dat ze maximaal kostendekkend zijn.

De ongebonden en gebonden belastingen zijn:

Ongebonden belastingen

Gebonden belastingen

Hondenbelasting

Afvalstoffenheffing

Onroerende zaakbelastingen

Rioolheffing

Parkeerbelastingen

Bijdrage Bedrijven Investering Zone

Precariobelasting

Leges en Rechten

Toeristenbelasting

Rechten worden opgelegd als de gemeente diensten levert. De kosten van de gemeentelijke dienstverlening worden doorberekend in de tarieven. Het beleid is er op gericht deze kosten zoveel mogelijk te beperken en rechtvaardig te verdelen.

In deze paragraaf geven we inzicht in:

  1. de geraamde en gerealiseerde inkomsten (6.1.1);

  2. het beleid ten aanzien van de lokale heffingen (6.1.2);

  3. een overzicht op hoofdlijnen van de diverse heffingen, waarin inzichtelijk wordt gemaakt hoe bij de berekening van tarieven van heffingen, die hoogstens kostendekkend mogen zijn, wordt bewerkstelligd dat de geraamde baten de daarmee samenhangende geraamde lasten niet overschrijden, wat de beleidsuitgangspunten zijn die ten grondslag liggen aan deze berekeningen en hoe deze uitgangspunten bij de tariefstelling worden gehanteerd (6.1.3);

  4. de lokale lastendruk (6.1.4);

  5. de gerealiseerde kwijtscheldingen (6.1.5).

Stel uw jaarverslag zelf samen

SELECTIE

0 - geselecteerd