Algemene grondslagen voor het opstellen van de Jaarrekening
De waardering van de activa en passiva en de bepaling van het resultaat vindt plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij het desbetreffende balanshoofd anders is vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarden.
Lasten en baten worden toegerekend aan het jaar waarop ze betrekking hebben. Verliezen en risico’s die hun oorsprong vinden voor het einde van het boekjaar zijn in acht genomen als die bij het opmaken van de Jaarrekening bekend zijn. Winsten worden opgenomen als zij op balansdatum zijn gerealiseerd.
Dividendopbrengsten van deelnemingen worden als bate genomen op het moment waarop het besluit tot toekenning aan het dividend door de Algemene vergadering van de vennootschap is genomen.
De eindresultaten van de vastgestelde grondexploitaties worden verrekend met de algemene reserve grondexploitatie. De verrekening is in de meerjarenraming gefaseerd in het jaar dat verwacht wordt dat de grondexploitatie kan worden afgesloten. In enkele gevallen vindt er een tussentijdse verrekening plaats. Een tussentijdse verrekening kan alleen plaatsvinden, wanneer er aan onderstaande regels wordt voldaan:
Verliezen zullen worden genomen in het jaar waarin deze tot uitdrukking komen (onafwendbaar zijn). Voor deze negatieve complexen wordt een voorziening gevormd tegen contante waarde;
Tussentijdse winst dient genomen te worden conform de Percentage of completion (Poc) methode. Naar rato van gerealiseerde kosten en opbrengsten wordt de winst genomen. Dit conform de spelregeld zoals opgenomen in de notitie grond exploitaties van de commissie BBV.
De balans geeft de stand van zaken weer voor wat betreft de omvang en samenstelling van het vermogen, zowel per balansdatum alsmede de cijfers van de balans van het vorige begrotingsjaar (artikel 30 BBV). De balans bestaat uit Activa en Passiva.
Activa wordt onderscheiden in vaste en vlottende activa, al naar gelang zij zijn bestemd om de uitoefening van de werkzaamheid van de gemeente al dan niet duurzaam te dienen. Passiva wordt onderscheiden in vast en vlottend.
Personeelslasten worden in principe toegerekend aan het jaar waarop ze betrekking hebben. Voor arbeidskostengerelateerde verplichtingen van een jaarlijks vergelijkbaar volume wordt geen voorziening getroffen of op andere wijze een verplichting opgenomen. Deze personele lasten worden verantwoord in het jaar waarin de uitbetaling plaatsvindt. Daarbij moet worden gedacht aan overlopende verlofaanspraken. Vakantiedagen en verlofsaldi leiden in principe niet tot een uitbetaling, tenzij medewerkers uit dienst gaan.
Met betrekking tot de verwerking van de algemene uitkering is in de Jaarrekening de algemene uitkering opgenomen conform de in het jaar laatst gepubliceerde accresmededeling.
Met betrekking tot de eigen bijdragen die het CAK int en aan de gemeente afdraagt geldt op basis van de Kadernota rechtmatigheid van de commissie BBV het volgende. Gemeenten kunnen op basis van de overzichten van het CAK wel de aantallen personen, soort en omvang van de zorgverlening beoordelen met de eigen WMO-administratie. Probleempunt is dat door het ontbreken van inkomensgegevens op deze overzichten de informatie over de eigen bijdrage ontoereikend is om als gemeente de juistheid op persoonsniveau en volledigheid van de eigen bijdragen als geheel te kunnen vaststellen. Door de systematiek te kiezen van het vaststellen van de eigen bijdragen door het CAK heeft de wetgever in feite bepaald, dat de verantwoordelijkheid voor de juistheid en volledigheid van de eigen bijdragen geen gemeentelijke verantwoordelijkheid is. Dat betekent dat door de gemeenten geen zekerheden over omvang en hoogte van de eigen bijdragen kunnen worden verkregen als gevolg van het niet kunnen vaststellen van de juistheid en volledigheid op persoonsniveau, zoals hiervoor is toegelicht. Conform de uitspraak van de commissie BBV is in de Jaarrekening het uitgekeerde bedrag opgenomen en is er geen schatting opgenomen van nog te ontvangen eigen bijdragen.
Bedragen opgenomen in financiële tabellen zijn x € 1.000. Bij de tekstuele toelichting op de balans is de afronding gedaan tot miljoenen euro's, tenzij anders is aangegeven.
Vaste Activa
Onder de vaste activa worden afzonderlijk opgenomen de immateriële, de materiële en de financiële vaste activa (artikel 33 BBV).
Immateriële vaste activa
Immateriële vaste activa zijn, evenals materiële vaste activa, niet financieel van aard. Ze zijn niet tastbaar, in tegenstelling tot materiële vaste activa. Alle activa worden gewaardeerd op basis van de verkrijgings- of vervaardigingsprijs (artikel 63 BBV), verminderd met de ontvangen subsidies en bijdragen van derden, de jaarlijkse afschrijvingslasten en afwaarderingen wegens duurzame waardeverminderingen. Duurzame waardeverminderingen van vaste activa worden onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar in aanmerking genomen.
De kosten van het sluiten van geldleningen (incl. de betaalde boeterente) worden geactiveerd en over maximaal de looptijd van de lening volledig afgeschreven. Indien geen nieuwe lening wordt aangetrokken zijn de kosten van vervroegde aflossing (boeterente) niet geactiveerd, maar als last verantwoord.
De kosten van onderzoek en ontwikkeling voor een bepaald actief worden volledig afgeschreven in maximaal 5 jaar.
Voor bijdragen aan de activa in eigendom van derden, bedoeld in artikel 34, onderdeel c, is de afschrijvingsduur maximaal gelijk aan die van de activa waarvoor de bijdrage aan derden wordt verstrekt. Deze worden gewaardeerd tegen het bedrag van de verstrekte bijdrage verminderd met de afschrijvingen. Op de geactiveerde bijdragen aan activa in eigendom van derden wordt afgeschreven als was het actief waarvoor de bijdrage wordt verstrekt in bezit van de gemeente.
Materiële vaste activa
De materiële vaste activa (inclusief Software) zijn te onderscheiden in:
Investeringen met een economisch nut (het is verhandelbaar / kan opbrengst genereren);
Investeringen met een economisch nut waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven;
Investeringen in de openbare ruimte met uitsluitend maatschappelijk nut (artikel 35 BBV).
Activa met een economisch nut zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs of vervaardigingsprijs verminderd met de ontvangen subsidies en bijdragen die direct gerelateerd zijn aan het actief, de jaarlijkse afschrijvingslasten en afwaarderingen wegens duurzame waardeverminderingen. Duurzame waardeverminderingen van vaste activa worden onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar in aanmerking genomen.
Activa met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs ofvervaardigingsprijs verminderd met de ontvangen subsidies en bijdragen die direct gerelateerd zijn aan het actief, de jaarlijkse afschrijvingslasten en afwaarderingen wegens duurzame waardeverminderingen. Duurzame waardeverminderingen van vaste activa worden onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar in aanmerking genomen. Tevens zijn de uit de spaarcomponent van heffingen gevormde voorzieningen voor toekomstige vervangingsinvesteringen met economisch nut in mindering gebracht op de in het boekjaar gepleegde investeringen met economisch nut, waarvoor ter bestrijding van kosten een heffing is geheven. Over het resterende bedrag wordt afgeschreven.
Activa in de openbare ruimte met uitsluitend een maatschappelijk nut worden gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs of vervaardigingsprijs verminderd met de ontvangen subsidies en bijdragen die direct gerelateerd zijn aan het actief, de jaarlijkse afschrijvingslasten en afwaarderingen wegens duurzame waardeverminderingen. Duurzame waardeverminderingen van vaste activa worden onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar in aanmerking genomen.
De "verordening op het Financiële beleid en beheer van de gemeente Hengelo” is in 2021 vernieuwd en in de “Nota investerings- en activeringsbeleid 2017” zijn de regels omtrent waarderen en afschrijven van activa nader vastgelegd.
In beginsel wordt lineair afgeschreven. Slechts in incidentele gevallen wordt een afwijkende afschrijvingsmethode gekozen, bijvoorbeeld omdat wet- en regelgeving dit voorschrijft of om fluctuaties in tarieven te voorkomen. Afschrijvingen geschieden op basis van een bestendige gedragslijn en zijn onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar. De op de oorspronkelijke verkrijgings- of vervaardigingsprijs toegepaste jaarlijkse afschrijvingen corresponderen met een stelsel dat is afgestemd op de verwachte toekomstige gebruiksduur (kortste van de geschatte levensduur óf technische gebruiksduur) van de geactiveerde objecten en voorzieningen.
De gehanteerde afschrijvingstermijnen (percentages) zijn:
Soort actief | Afschrijving |
Onderzoek en ontwikkeling | 20,0% |
Grond | 0,0% |
Riolering | 2 - 3,3% |
Openbare verlichting | 4,0% |
Wegen | 3,3% |
Parkeerapparatuur | 6,67 - 10,0% |
Gebouwen | 2,5% |
Vervoermiddelen | 10 - 12,5% |
Soft- en hardware | 16,6 - 33,3% |
De lasten samenhangend met de uitvoering van klein en groot onderhoud, bodemsaneringen en het baggeren van watergangen zijn niet levensduur verlengend en zijn daarom niet geactiveerd, maar direct ten laste van de exploitatie of de gevormde (onderhouds)voorziening gebracht.
De in erfpacht uitgegeven percelen zijn gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs, waarbij de uitgifteprijs van de eerste uitgifte geldt als verkrijgingsprijs. Indien de gronden in eeuwigdurende erfpacht zijn uitgegeven vindt waardering tegen registratiewaarde plaats.
Financiële vaste activa
Uitzettingen met een rentetypische looptijd van langer dan één jaar worden onder de financiële vaste activa opgenomen. Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar behoren tot de vlottende activa.
Kapitaalverstrekkingen aan gemeenschappelijke regelingen en overige verbonden partijen zijn gewaardeerd tegen de oorspronkelijke verkrijgingsprijs (de inkoopprijs en de bijkomende kosten). De verstrekte leningen zijn gewaardeerd tegen nominale waarde bestaande uit de initiële verstrekking verminderd met de jaarlijkse aflossingen. Indien nodig heeft afwaardering wegens duurzame waardeverminderingen plaatsgevonden. Duurzame waardeverminderingen van vaste activa worden onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar in aanmerking genomen. Zo nodig is een voorziening voor verwachte oninbaarheid op de boekwaarde van de leningen in mindering gebracht. Participaties in het aandelenkapitaal van NV’s en BV’s (kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen in de zin van het BBV) zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs van de aandelen. Indien de marktwaarde van de deelneming duurzaam lager is dan de verkrijgingsprijs zal er een voorziening worden getroffen voor de waarde vermindering tot marktwaarde.
Vlottende activa
Onder de vlottende activa worden afzonderlijk opgenomen de voorraden, de uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar, de liquide middelen en de overlopende activa (Artikel 37 BBV).
Voorraden
De grond- en hulpstoffen zijn gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs, worden vermeerderd met de toegerekende algemene beheerskosten (inclusief rente) en verminderd met de gerealiseerde verkopen. Indien de marktwaarde lager is dan de verkrijgingsprijs, vindt waardering plaats tegen deze lagere marktwaarde.
De onderhanden werken incl. de bouwgronden in exploitatie zijn opgenomen tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs vermeerderd met de vervaardigingskosten verminderd met de opbrengsten wegens gerealiseerde verkopen en ontvangen (rijks)subsidies, dan wel de lagere marktwaarde.
Voor verwachte incourantheid van de voorraad of voor verwachte verliezen op grondexploitatie is een voorziening in mindering gebracht. Deze voorziening is bepaald op de contante waarde van de voorraad.
Voor winstneming geldt de percentage of completion methode: voor zover gronden zijn verkocht en opbrengsten zijn gerealiseerd kan tussentijds naar rato van de voortgang van de grondexploitatie winst worden genomen. Hiervoor moet het resultaat op de grondexploitatie wel op betrouwbare wijze kunnen worden ingeschat. Indien is voldaan aan de volgende voorwaarden, bestaat er voldoende zekerheid om winst te kunnen nemen:
Het resultaat op de grondexploitatie kan betrouwbaar worden ingeschat.
De grond (of het deelperceel) moet zijn verkocht.
De kosten zijn gerealiseerd (winst wordt naar rato van de realisatie gerealiseerd).
Zolang daarvan geen sprake is, worden de verkregen verkoopopbrengsten ten volle op de vervaardigingskosten in mindering gebracht.
Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar
De vorderingen zijn opgenomen tegen verkrijgingsprijs. Voor verwachte oninbaarheid is een voorziening in mindering gebracht. Deze voorziening wordt statisch bepaald.
Liquide middelen en overlopende activa
Deze activa worden tegen verkrijgingsprijs opgenomen. Kas- en Banksaldi worden daarbij afzonderlijk opgenomen.
Vaste passiva
Onder de vaste passiva worden afzonderlijk opgenomen het eigen vermogen, de voorzieningen en de vaste schulden met een rentetypische looptijd van 1 jaar of langer (Artikel 41 BBV).
Eigen vermogen
Het eigen vermogen kent geen eigenstandige waardering. Feitelijk vormt het eigen vermogen de resultante van alle overige in de balans opgenomen posten, die wel een eigenstandige waardering kennen.
Voorzieningen
Voorzieningen worden gewaardeerd op het nominale bedrag van de betrokken verplichting c.q. het voorzienbare verlies. De pensioenverplichting ten behoeve van de wethouders (op basis van actuariële berekeningen) is echter op de contante waarde van de (reeds opgebouwde) toekomstige uitkeringsverplichtingen gewaardeerd, o.a. o.v.v. gehanteerde rekenrente.
De voorzieningen ter egalisering van kosten stoelen op een actuele meerjarenraming van het uit te voeren groot onderhoud. Uitgevoerd achterstallig onderhoud is daarbij ten laste van de exploitatie verantwoord. Deze lasten zijn niet ten laste van de gevormde voorziening gebracht. In de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen is het beleid ter zake nader uiteengezet.
De vorming van een voorziening, dan wel een dotatie aan de reeds bestaande voorziening, is als een last in het betreffende boekjaar verantwoord. Alle aanwendingen aan voorzieningen zijn rechtstreeks ten laste van de voorziening gebracht en in het verslagjaar niet ten laste van de exploitatie verantwoord.
Vaste schulden met een rentetypische looptijd van 1 jaar of langer
Vaste schulden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde verminderd met gedane aflossingen. De vaste schulden hebben een rentetypische looptijd van één jaar of langer.
Vlottende passiva
Onder de vlottende passiva worden afzonderlijk opgenomen de netto vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar en de overlopende passiva.
Netto vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar
De netto vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar worden gesplitst in kasgeldleningen, bank- en girosaldi alsmede in overige schulden. De vlottende passiva worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.
Overlopende passiva
Overlopende passiva zijn verplichtingen jegens een derde om op een bepaalde manier te handelen of presteren. Deze worden gewaardeerd tegen nominale waarde. De Verplichting is in het begrotingsjaar opgebouwd en komt in een volgend begrotingsjaar tot betaling. Hieronder vallen ook van overheidswege ontvangen maar nog niet bestede voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel, die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren.
Niet uit de balans blijkende verplichtingen
Aan de passiefzijde van de balans worden buiten de balanstelling opgenomen het bedrag waartoe aan natuurlijke en rechtspersonen een borgstelling of garantstelling is verstrekt (Artikel 50 BBV).
Borgstelling
Bij een borgstelling wordt altijd waarborg voor een bepaald bedrag verleend. Voor zover leningen door de gemeente gewaarborgd zijn, is buiten telling het totaalbedrag van de geborgde schuldrestanten per einde boekjaar opgenomen. Overigens is in de toelichting op de balans nadere informatie opgenomen.
Garantstelling
Bij een garantstelling kan in principe ook een garantstelling worden gedaan zonder een maximumbedrag.
Overige niet uit de balans blijkende verplichtingen
Hier wordt melding gemaakt van de financiële verplichtingen waarbij de gemeente Hengelo voor een aantal toekomstige jaren is verbonden, voor zover dit niet blijkt uit de balans.
Overige gegevens
Alle ten tijde van het opmaken van de Jaarrekening beschikbare informatie omtrent de feitelijke situatie per balansdatum is bij het opmaken van de Jaarrekening in aanmerking genomen en verwerkt.
Rechtmatigheid
Rechtmatigheidsverantwoording
De in de jaarrekening opgenomen rechtmatigheidsverantwoording is opgesteld op basis van de kaders zoals besloten in de financiële verordening en op basis van de kadernota rechtmatigheid. Dat betekent dat:
De rechtmatigheidsverantwoording toeziet op de financiële rechtmatigheid van baten, lasten, balansmutaties alsmede de baten en lasten inzake de specifieke uitkeringen op grond van art. 17 Financiële-verhoudingswet;
De financiële rechtmatigheid het voorwaardencriterium, het begrotingscriterium en het misbruik & oneigenlijk gebruik criterium omvat:
Voor het voorwaardencriterium bestaat de norm uit het normenkader zoals op 31-1-2024 door de raad is vastgesteld;
Voor het begrotingscriterium geldt dat alle overschrijdingen van lasten en investeringskredieten onrechtmatig zijn, waarbij voor een aantal scenario’s in de financiële verordening is beschreven wanneer deze overschrijdingen acceptabel zijn. Voor over- en onderschrijdingen van baten, onderschrijdingen van lasten en onderschrijdingen van investeringskredieten geldt dat deze als onrechtmatig zijn aangemerkt indien ze niet tijdig aan de raad zijn gemeld.
Ten aanzien van het M&O criterium is de nota M&O beleid van onze organisatie leidend bij het voorkomen en opsporen van misbruik en oneigenlijk gebruik. Omdat alleen bij misbruik sprake is van een onrechtmatigheid zijn eventuele gevallen van misbruik (mits cumulatief met andere fouten of onduidelijkheden boven de verantwoordingsgrens) opgenomen in de rechtmatigheidsverantwoording.
De rechtmatigheidsverantwoording is opgesteld binnen de kaders van de kadernota rechtmatigheid 2023 van de Commissie BBV alsmede onze eigen financiële verordening. Dit betekent dat:
Een verantwoordingsgrens van 3% (zijnde € 12,1 miljoen) is gehanteerd waarboven cumulatieve fouten en onduidelijkheden in de rechtmatigheidsverantwoording worden opgenomen;
Een rapporteringstolerantie van € 201.000,- is gehanteerd waarboven fouten en onduidelijkheden in de paragraaf bedrijfsvoering worden opgenomen.