6.2.5 Kengetallen

De volgende kengetallen worden door alle gemeenten gepubliceerd. Met deze kengetallen kan inzicht worden verkregen in de financiële positie van de gemeente. Na de afzonderlijke beoordeling van de kengetallen kijken we naar de algehele financiële positie.

1. Netto schuldquote en netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen

Kengetal

rekening 2020

begroting 2021

rekening 2021

Netto schuldquote

170,5%

160,0%

156,5%

Netto schuldquote gecorrigeerd

74,5%

69,4%

68,4%

De netto schuldquote geeft de verhouding aan tussen schuld en baten. Het wordt berekend door de netto schulden (schulden -/- vorderingen/middelen)te delen door de totale baten vóór reservemutaties. Het kengetal beoogt een indicatie te geven van de druk van de kapitaallasten op de exploitatie. De VNG adviseert om boven de 130% schulden af te bouwen. Wij laten een dalende trend zien, maar scoren hoog.

Het tweede kengetal corrigeert voor aan derden (woningbouw en instellingen) doorverstrekte leningen. Omdat wij de lokale woningbouwcorporatie Welbions financieren en hiervoor leningen hebben aangetrokken, is de netto schuldquote zeer hoog. Met de veel lagere gecorrigeerde netto schuldquote staan wij in de middenmoot.

2. Solvabiliteitsratio

Kengetal

rekening 2020

begroting 2021

rekening 2021

Solvabiliteitsratio

10,2%

8,2%

13,3%

De solvabiliteitsratio geeft de verhouding aan tussen het eigen vermogen (de reserves) en het balanstotaal. Een groot aandeel eigen vermogen betekent veel mogelijkheden om risico's op te vangen, en meer mogelijkheden om toekomstige investeringen te financieren. Een laag percentage daarentegen betekent veel vreemd vermogen en dus ook daarbij behorende financieringslasten. VNG en provincie hanteert als signaleringswaarde 20% (minimaal gewenst eigen vermogen). De ratio verbetert van 10,2% eind 2020 naar 13,3% eind 2021. Dit is het gevolg van aflossing van geldleningen, zowel eigen financiering als Welbions financiering, terwijl er geen nieuwe leningen zijn aangetrokken. Als we hier corrigeren voor de leningen i.v.m. Welbions komen we net boven de signaalwaarde uit met 20,9%. Een positieve ontwikkeling aangezien we tot vorig jaar ook na correctie nog onder de signaalwaarde zaten.

3. Grondexploitatie

Kengetal

rekening 2020

begroting 2021

rekening 2021

Grondexploitatie

24,8%

20,7%

18,9%

Het kengetal grondexploitatie geeft de verhouding tussen de boekwaarde van de grond en de totale baten vóór reservemutaties. Een hoog percentage wordt als kwetsbaar gezien. De boekwaarde moet immers worden terugverdiend. Dit kengetal is signalerend, maar geeft naar onze mening geen inzicht in de risico’s van grondexploitaties. De jaarlijkse herzieningen en de voorzichtigheid die wordt betracht bij het voorspellen van resultaten zijn veelzeggender. Zie hiervoor de paragraaf grondbeleid. De signaalgrens is maximaal 20%.

4. Structurele exploitatieruimte 

Kengetal

rekening 2020

begroting 2021

rekening 2021

Structurele exploitatieruimte

2,7%

0,7%

2,4%

In het totale rekeningsaldo is geen rekening gehouden met het onderscheid tussen structurele en incidentele baten en lasten. Om de structurele begrotingsruimte te bepalen worden de totale lasten en baten verminderd met de incidentele lasten en baten. De incidentele lasten en baten zijn in bijlage 9.1 weergegeven. De totale incidentele baten zijn in 2021 fors hoger dan de totale incidentele lasten. Dit heeft een negatief effect op het structurele begrotingssaldo. Het structurele begrotingssaldo ziet er als volgt uit (bedragen * € 1.000):

Soort bate of last

rekening 2020

begroting 2021

rekening 2021

Totale structurele lasten

264.760

304.947

253.212

Totale structurele baten

275.601

307.712

260.845

Totale structurele toevoegingen aan de reserves

3.098

1.105

266

Totale structurele onttrekkingen aan de reserves

907

570

341

Totale structurele resultaat

8.650

2.230

7.245

Totale saldo van baten (excl. mutaties reserves)

320.160

309.286

323.729

Structurele exploitatieruimte

2,7%

0,7%

2,4%

5. Belastingcapaciteit

Kengetal

jaarverslag 2020

begroting 2021

jaarstukken 2021

Belastingcapaciteit

92,4%

96,3%

93,5%

Met dit kengetal wordt de hoogte van de lokale lastendruk vergeleken met het landelijk gemiddelde. Tussen de 95 en 105% wordt als "neutraal" geduid. Met 93,5% scoren we hier goed t.o.v. Nederland. In "Waarstaatjegemeente" worden sec de heffingspercentages vergeleken. Omdat wij in een regio zitten waar de WOZ-waarden lager zijn dan gemiddeld in Nederland moeten we voor eenzelfde opbrengst een hoger percentage hanteren. Maar hier blijkt dat we voor de woonlasten (ozb, afval en riool) geen dure belastinggemeente zijn.

De financiële positie van de gemeente

Wij hebben een weliswaar stijgende, maar nog relatief lage eigen vermogenspositie van 13,3%. Dat is ruim lager dan de signaleringswaarde van VNG en provincie, die op 20% is gesteld. De vermogensverhouding is ontstaan, doordat we in het (nabije) verleden hebben besloten om taken uit te voeren en investeringen te doen, waarvoor we hebben moeten lenen. Investeren trekt altijd een wissel op de toekomst. Lasten worden naar de toekomst verschoven. Dit betekent, dat relatief veel van onze inkomsten ingezet moeten worden om renteverplichtingen af te dekken. Daardoor wordt de ruimte om baten in te zetten voor nieuwe doelen beperkter. We begroten wel zodanig, dat we aan onze verplichtingen kunnen blijven voldoen.

Wij zorgen er voor, dat het eigen vermogen in balans blijft met de risico's die wij lopen. In dat kader is ons standpunt, dat het eigen vermogen voldoende buffer biedt voor de onderkende risico's. We voldoen niet aan de gemiddelde richtlijn, maar wel aan de vermogenspositie volgens eigen beleidsrichtlijn, die weergegeven wordt in de weerstandscapaciteit.

De solvabiliteit wordt negatief beïnvloed door de financiering van de woningbouwcorporatie. Hierdoor staat er naar verhouding meer vreemd vermogen op de balans en dus relatief (t.o.v. het totaal vermogen) minder eigen vermogen. Indien de woningbouwfinanciering buiten beschouwing wordt gelaten zou de solvabiliteit 20,9% bedragen.

Voor het versterken van het eigen vermogen gelden als mogelijkheden:

  • investeringen beperken, waardoor minder financieringslasten en beter resultaat

  • bezittingen verkopen en de opbrengst aan het eigen vermogen toevoegen

  • jaarlijks een positief begrotingsresultaat creëren en het overschot aan de reserve toevoegen.

Dit staat op gespannen voet met het willen besteden van middelen aan nieuwe activiteiten.

Stel uw jaarverslag zelf samen

SELECTIE

0 - geselecteerd