Ontwikkeling weerstandsvermogen en reserves

Kader weerstandsvermogen

In de vastgestelde Beleidsnota Integraal Risicomanagement en Weerstandsvermogen 2023-2027 van 1 februari 2023 zijn de kaders rond het weerstandsvermogen gelijkgetrokken aan de afspraken die hierover al zijn gemaakt in de Kadernota 2022-2025. De belangrijkste indicatoren en kaders voor het weerstandsvermogen waren door de gemeenteraad al vastgesteld bij de Kadernota. Daarbij was afgesproken dat:

  • de minimale hoogte van de algemene reserve 50% van het benodigde weerstandsvermogen (risicoprofiel) is;

  • de algemene reserves ‘sec’ volledig (inclusief het sociaal domein) en de post onvoorzien incidenteel worden betrokken in de incidentele weerstandscapaciteit;

  • de structurele weerstandscapaciteit gelijk is aan de onbenutte belastingcapaciteit.

  • de minimale weerstandsratio (beschikbare weerstandscapaciteit/benodigde weerstandscapaciteit) is vastgesteld op 1,0 (voldoende).

Ontwikkeling weerstandsvermogen

Op basis van de laatste risico-inventarisatie is de benodigde weerstandscapaciteit berekend op € 20,1 miljoen. In de Beleidsbegroting 2022-2025 was de benodigde weerstandscapaciteit berekend op € 22,6 miljoen. Echter in de Beleidsbegroting 2023-2026, die in november 2022 is vastgesteld door de gemeenteraad, was deze benodigde capaciteit al bijgesteld tot € 21,6 miljoen. De verlaging is met name het gevolg van diverse bijstellingen van de risico's, zoals u kunt lezen in paragraaf 6.2.4 Overzicht belangrijkste risico's.

Op basis van de kaderstelling in de beleidsnota Integraal Risicomanagement en Weerstandsvermogen 2023-2027 bestaat het beschikbaar weerstandsvermogen uit de algemene reserve 'sec', onvoorzien incidenteel en de onbenutte belastingcapaciteit. Het beschikbaar weerstandsvermogen was € 58,2 miljoen eind 2022 en neemt af tot € 48,8 miljoen eind 2026. De afname is met name het gevolg van de inzet van de algemene reserve voor het ingroeipad en het transformatiebudget sociaal domein. Voor de verdere onderbouwing verwijzen we naar paragraaf 6.2.3 Indicatoren.

Op basis van de actuele gegevens leidt dit tot het volgende beeld voor het weerstandsvermogen:

De weerstandsratio is ultimo 2022:

Beschikbaar weerstandsvermogen (afgerond € 58,2 miljoen)

-------------------------------------------------------------------- = ratio weerstandsvermogen (2,9)

Benodigd weerstandsvermogen (afgerond 20,1 miljoen)

Eind 2022 is het ratio weerstandsvermogen 2,9. Dit is uitstekend volgens onze eigen beleidsnorm. In vergelijking met de Beleidsbegroting 2023-2026 is dit ratio verbeterd van 2,1 naar nu 2,9. Dit heeft met name te maken met de storting van het resultaat van de 2e Beleidsrapportage 2022 (bijna € 7,7 miljoen) in de algemene reserve. Ten opzichte van de Beleidsbegroting 2023-2026 is de benodigde weerstandscapaciteit nu zo'n € 1,5 miljoen lager.

Ontwikkeling algemene reserves

Onder de algemene reserves vallen de algemene reserve ('sec') en de algemene reserve grondexploitatie.

Conform de laatst vastgestelde beleidsregels in de Beleidsnota Integraal Risicomanagement en Weerstandsvermogen 2023-2027 is het minimale niveau van de algemene reserve 50% van het risicoprofiel, dat wil zeggen ruim € 10 miljoen (=50% van € 20,1 miljoen). Op basis van de voorliggende Jaarstukken 2022, exclusief het uiteindelijk te bestemmen jaarresultaat 2022, én de al vastgestelde begrotingswijzigingen (tot en met de gemeenteraadsvergadering van 8 maart 2023) ziet de ontwikkeling van de algemene reserve er als volgt uit:

De grafiek met betrekking tot de ontwikkeling van de algemene reserve, zoals hier gepresenteerd, moet niet in ‘enge’ zin worden geïnterpreteerd, maar moet in een breder perspectief worden bezien. In ogenschouw moet o.a. ook worden genomen:

  • de solvabiliteit, waar Hengelo nog ruim onder de meest risicovolle signaalwaarde (< 20%) van de VNG scoort; in deze Jaarstukken 2022 is dit inclusief woningbouwfinanciering ruim 16%; indien de woningbouwfinanciering buiten beschouwing wordt gelaten zou de solvabiliteit bijna 21% zijn;

  • de netto schuldquote, die in 2022 voor het eerst zakt onder het signaalniveau van de VNG (> 130%), ondanks onze afnemende maar nog steeds omvangrijke leningenportefeuille bij woningcorporatie Welbions. De oorzaak ligt in onze goede liquiditeitspositie, mede door positieve jaarresultaten, waardoor lenen al 2 jaren achtereen niet nodig is gebleken. Voor de woningbouwfinanciering met Welbions hebben we 200% van de waarde van de objecten als onderpand.

Voor een uitgebreide toelichting over deze financiële kengetallen verwijzen we naar paragraaf 6.2.5.

Op basis van de grafiek kan worden geconcludeerd dat de werkelijke en verwachte standen van de algemene reserve ruim boven het minimale niveau liggen. Eind 2022 is de werkelijke stand van de algemene reserve bijna € 53,4 miljoen, exclusief het te bestemmen jaarresultaat 2022. Exclusief de reeds bestemde middelen voor het sociaal domein (=saldo excl soc dom) komt de algemene reserve eind 2022 uit op € 48,8 miljoen. De beklemde middelen voor het sociaal domein worden in de jaren 2023 en 2024 ingezet voor met name het ingroeipad en het transformatieplan sociaal domein. Ultimo 2026 is de verwachte stand van de algemene reserve € 45,3 miljoen.

Deze standen zijn dus exclusief het bestemmingsvoorstel van de Jaarstukken 2022, zoals verwoord in het raadsadvies, omdat hierover eerst besluitvorming door de gemeenteraad moet plaatsvinden. Indien de gemeenteraad instemt met het bestemmingsvoorstel dan ziet de algemene reserve er met ingang van 2023 13,1 miljoen (exclusief budgetoverheveling, toevoeging aan de reserve decentralisatie-uitkeringen ) rooskleuriger uit.

Ontwikkeling algemene reserve grondexploitatie

De reserve bedraagt per 31 december 2022 € 21,0 miljoen. Dit is iets meer dan we vorig jaar hadden verwacht. We hebben een verslechtering voor de kostenstijgingen en een verslechtering voor Dalmeden reeds gemeld in de 2e Beleidsrapportage 2022. Daarnaast is er een verslechtering gemeld bij de aanpassing van de parameters (zaaknummer 3504079). Naast deze al vastgestelde verslechteringen laten de afgesloten projecten een verbetering zien van € 3,5 miljoen ten opzichte van wat we vorig jaar verwacht hadden. Dit zit met name in de subsidies die in december beschikt zijn voor Hart van Zuid.

Opgemerkt wordt dat het saldo van € 21,0 miljoen voor € 15,7 miljoen verklaard wordt door winstnemingen, waarvan € 14,6 miljoen in Dalmeden. Dit is een verwachte winst en is verplicht om te nemen. Echter, in Dalmeden moet nog € 26,5 miljoen aan gedane investeringen worden terugverdiend.

De verwachting is dat de algemene reserve grondexploitatie de komende jaren nog stijgt. In paragraaf 6.4 Grondbeleid treft u een uitgebreide toelichting aan van de belangrijkste ontwikkelingen in de diverse grondexploitaties en de reserve grondexploitatie.

Ontwikkeling reserves

In onderstaande grafiek wordt de werkelijke ontwikkeling van de algemene reserves (algemene reserve 'sec' incl. jaarresultaat 2021 en de algemene reserve grondexploitatie) en de bestemmingsreserves weergegeven per ultimo 2021 en ultimo 2022:

De verhoging van de algemene reserves eind 2022 ten opzichte van 2021 heeft met name te maken de storting van het resultaat van de 2e Beleidsrapportage 2022 in de algemene reserve. De stijging in de bestemmingsreserves zijn met name veroorzaakt door stortingen in de reserve vluchtelingen en de reserve decentralisatie-uitkeringen.

Voor verdere specificaties verwijzen wij u naar:

  • paragraaf 7.3.4.1: de afzonderlijke incidentele mutaties van alle reserves;

  • paragraaf 7.3.4.2: de structurele mutaties in de reserves;

  • paragraaf 7.3.3: toelichting op de balans/onderdeel vaste passiva/onderdeel Eigen Vermogen/onderdeel Mutatie in de reserves.

Stel uw jaarverslag zelf samen

SELECTIE

0 - geselecteerd