Ontwikkeling weerstandsvermogen en reserves
Kader en ontwikkeling weerstandsvermogen
Het kader voor het weerstandsvermogen is in de beleidsnota Integraal risicomanagement en weerstandsvermogen 2023-2027 door de gemeenteraad op 1 februari 2023 vastgesteld.
Op basis van deze nota bestaat het beschikbaar weerstandsvermogen uit de algemene reserve 'sec', onvoorzien incidenteel en de onbenutte belastingcapaciteit. Het beschikbaar weerstandsvermogen was € 68,8 miljoen eind 2024. Het benodigd weerstandsvermogen, op basis van de laatste risico-inventarisatie, is € 25,7 miljoen.
De weerstandsratio is eind 2024:
Beschikbaar weerstandsvermogen (€ 68,8 miljoen)
----------------------------------------------------------------------------------- = ratio weerstandsvermogen (2,7)
Benodigd weerstandsvermogen (€ 25,7 miljoen)
Dit ratio is uitstekend volgens onze eigen beleidsnorm. Voor een gedetailleerde onderbouwing van de indicatoren verwijzen wij naar paragraaf 6.2.3.
In vergelijking met de Beleidsbegroting 2025-2028 is dit ratio verslechterd van 3,2 naar 2,7. Dit heeft te maken met een lager beschikbaar weerstandsvermogen en een hoger benodigd weerstandsvermogen.
Ten opzichte van de Beleidsbegroting 2025-2028 zijn er twee ontwikkelingen die grotendeels het beschikbaar weerstandsvermogen hebben beïnvloed, namelijk:
een onttrekking uit de algemene reserve voor de gebiedsontwikkeling van de locatie Koninklijke Machinefabriek Stork (KMS);
een toevoeging aan de algemene reserve door het positieve resultaat van de 2e Beleidsrapportage 2024.
Ten opzichte van de Beleidsbegroting 2025-2028 is de benodigde weerstandscapaciteit nu hoger. Dit komt met name door het toegenomen risicoprofiel in de grondexploitaties. Er zijn in 2024 drie nieuwe grondexploitaties gestart (de Beekstraat en omgeving, Campus Driene en de woonwagenlocaties) ten opzichte van de vorige herziening van de grondexploitaties. Daarnaast is er een nieuw risico toegevoegd die betrekking heeft op de disconteringsvoet (een percentage waarmee verwachte kosten en baten in de toekomst worden teruggerekend naar het basisjaar van het project). Het overzicht met de belangrijkste risico's kunt u lezen in paragraaf 6.2.4.
De ontwikkeling van het beschikbaar en benodigd weerstandsvermogen leidt tot het volgende beeld:

Het beschikbaar weerstandsvermogen was eind 2024 € 68,8 mijoen en neemt af tot € 60,0 miljoen eind 2028. De afname is het gevolg van de inzet van de algemene reserve voor met name de incidentele dekking van:
de incidentele lasten in de Zomernota 2023-2027, Zomernota 2024-2028 en de Beleidsbegroting 2025-2028;
het ingroeipad en het transformatiebudget sociaal domein (zie Transformatieplan sociaal domein);
de gebiedsontwikkeling van de KMS-locatie;
de incidentele storting in de reserve onderwijshuisvesting.
Door deze inzet van de algemene reserve komt de verwachte ratio weerstandsvermogen eind 2028 uit op 2,3. Dit is nog steeds uitstekend. In de toekomst zal de inzet van het bovenmatige deel van de algemene reserve, met inachtneming van (ruim) voldoende weerstandsratio, worden betrokken bij de verdere uitwerking van de strategische agenda. Eventueel zullen we een deel van de algemene reserve inzetten bij de (nog op te stellen) Zomernota 2025-2029.
Ontwikkeling algemene reserves
Onder de algemene reserves vallen de algemene reserve ('sec') en de algemene reserve grondexploitatie. De ontwikkelingen van beide reserves worden hieronder togelicht.
Ontwikkeling algemene reserve ('sec')
Volgens de beleidsnota Integraal Risicomanagement en Weerstandsvermogen 2023-2027 is het minimale niveau van de algemene reserve 50% van het risicoprofiel, dat wil zeggen afgerond € 12,9 miljoen (=50% van € 25,7 miljoen).
Op basis van de voorliggende Jaarstukken 2024, exclusief het uiteindelijk te bestemmen jaarresultaat 2024, ziet de ontwikkeling van de algemene reserve er als volgt uit:

Uit de grafiek blijkt dat de algemene reserve ruim boven het minimale niveau ligt. Eind 2024 is de werkelijke stand van de algemene reserve 'sec' € 63,3 miljoen (exclusief het te bestemmen jaarresultaat 2024). Eind 2028 is de verwachte stand van de algemene reserve € 55,2 miljoen. Deze standen zijn dus exclusief het bestemmingsvoorstel van de Jaarstukken 2024, waarvan de toevoeging aan de algemene reserve een onderdeel is (zie paragraaf 4.3). Hierover moet eerst besluitvorming door de gemeenteraad plaatsvinden.
Ontwikkeling algemene reserve grondexploitatie
De algemene reserve grondexploitatie was eind 2024 € 18,3 miljoen. Dit is een verslechtering van € 3,2 miljoen ten opzichte van eind 2023 en een verslechtering van € 6,1 miljoen t.o.v. de verwachte reserve eind 2024. Met name de (deel)afsluiting van Dalmeden veroorzaakte deze verslechtering in de reserve (- € 5,2 miljoen). Dat zit met name in het verschil tussen de verplichte methode van tussentijdse winstneming en de nu daadwerkelijk berekende winst van het afgesloten deel van Dalmeden. Voor een uitgebreide toelichting zie paragraaf 6.4 Grondbeleid. Daarnaast zijn er vele mutaties geweest in de grondexploitaties door bijvoorbeeld de verlaagde rente en de nieuw opgestarte grondexploitaties in 2024.
In de komende jaren wordt een sterke stijging van de algemene reserve grondexploitatie voorzien. Deze wordt met name veroorzaakt door de verplichte tussentijdse winstnemingen.
In 2025 wordt er naar verwachting € 5,0 miljoen aan tussentijdse winst bijgeschreven, met name door de verwachte verkoop van kavels op het Walkatenplein en Dalmeden. Daarnaast wordt er een dotatie in 2026 verwacht van € 1,3 miljoen voor de bodemsanering bij Hart van Zuid voor de Oude Ketelmakerij. Jaarlijks wordt de algemene reserve grondexploitatie met circa € 0,9 miljoen aangevuld door erfpachtresultaten en huuropbrengsten. De stand van de algemene reserve grondexploitatie is eind 2028 € 38,1 miljoen.
Ontwikkeling reserves
In onderstaande grafiek wordt de ontwikkeling van de algemene reserves1 en bestemmingsreserves weergegeven:

De algemene reserves dalen in 2024 ten opzichte van eind 2023 met € 21,3 miljoen. Voor de grote mutaties verwijzen we naar de verklaringen, zoals hiervoor zijn aangegeven.
De stijging van de bestemmingsreserves met bijna € 35,3 miljoen wordt voornamelijk veroorzaakt door:
toevoegingen aan de reserves: dekking kapitaallasten, gebiedsontwikkeling KMS, aanjaagbudget talentopgave, vluchtelingen en nog uit te voeren werken/activiteiten;
onttrekkingen uit de reserves: vluchtelingen en nog uit te voeren werken/activiteiten.
Voor verdere specificaties en toelichtingen verwijzen wij u naar het totaaloverzicht van alle reserves: 7.3.3 Toelichting op de balans.