5.1.3 Sociaal Domein
Ook in 2021 is de impact van de coronacrisis op de zorg en (inkomens)ondersteuning aan onze inwoners groot (geweest). De crisis heeft de (financiële) kwetsbaarheid van bepaalde groepen extra blootgelegd en het toekomstperspectief van veel jongeren is onder druk komen te staan. We zien kinderen met groeiende (leer) achterstanden en er zijn signalen van meer eenzaamheid onder ouderen. Maar zoals in paragraaf 4.2 (Impact coronacrisis) is aangegeven, bleven de vorig jaar verwachte aantallen werklozen vooralsnog uit. De aanvragen voor Wmo en Jeugdhulp nemen wel iets toe. Daar waar het verenigingsleven en de buurthuizen veelal stil lagen, kon de hulp en ondersteuning vanuit de aanbieders Wmo en Jeugdhulp voor een groot deel wel doorgaan. We hebben extra (financiële) ondersteuning geboden in de vorm van de gemeentelijke regeling Herstelfonds Wederopbloei voor verenigingen, de regionale meerkostenregeling voor zorgaanbieders en het Nationaal Programma Onderwijs voor de scholen. Meer hierover leest u in paragraaf 4.2 en bij programma's 4, 5, 6 en 7.
Al met al hebben we ervoor gezorgd dat ook in 2021 de zorg en ondersteuning aan onze inwoners voorop heeft gestaan. En hebben we met de beperkende coronamaatregelen de dienstverlening op peil weten te houden en geprobeerd de benodigde zorg en (inkomens)ondersteuning in te zetten, voorliggend dan wel als maatwerkvoorziening. Om dit ook in de toekomst te kunnen garanderen hebben we in 2021 een nieuwe beleidsprogramma sociaal vastgesteld. Een programma waarin opnieuw focus wordt aangebracht en scherpere keuzes worden gemaakt ten aanzien van de uitvoering van de Jeugdwet, de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en de Participatiewet. We zijn voortvarend aan de slag gegaan met dit meerjarenprogramma en hebben vanuit de ontwikkelopgaven verschillende acties in gang gezet. Maar we zijn er nog lang niet. We zijn van mening dat met name preventie en versterken voorliggend nog onvoldoende (in samenhang) is opgepakt. Voor een deel is dit te wijten aan de beperkende coronamaatregelen, maar ook de (financiële) ontwikkelingen binnen het domein sociaal hebben ons parten gespeeld. Meer hierover leest u in dit hoofdstuk.
Beleidsprogramma sociaal
Op 14 april 2021 heeft de gemeenteraad het nieuwe Beleidsprogramma sociaal 2021-2025 vastgesteld. Dit programma vormt het algemene beleidskader voor programma 6 van onze begroting. Met dit programma hebben we onze visie op het sociaal domein (opnieuw) omarmd: "In Hengelo willen we dat inwoners zo snel mogelijk, zo licht mogelijk en zo dichtbij mogelijk een antwoord kunnen vinden op hun (hulp)vraag. Inwoners bepalen zelf wat nodig is en doen zoveel mogelijk zelf, met behulp van hun netwerk. Komen zij er zelf en met lichte ondersteuning toch niet uit? Dan krijgen zij professionele ondersteuning op maat, passend bij hun mogelijkheden en specifieke situatie".
Het beleidsprogramma bevat vijf opgaven:
Vormgeven integrale toegang en regie
Investeren in brede uitvraag en inhoudelijk expertise op alle vindplekken. Door snel inzicht wordt gerichte –en onderling afgestemde- ondersteuning geboden. Dit draagt bij aan daling van het zorgvolume.Inzetten op preventie en vroegsignalering
Voorkomen is beter dan genezen: door versterking van preventie wordt ingezet op het voorkomen of uitstellen van hulpvragen en duurdere ondersteuning.Vormgeven toekomstbestendige voorzieningen
Met het gerichter investeren in voorliggende voorzieningen, wordt voorzien in laagdrempelige ondersteuning voor iedereen die dit nodig heeft (indicatie-vrije zorg).Investeren in zakelijk partnerschap
Meer regie op de inzet van zorg en ondersteuning door goede afspraken met minder partijen. Dit moet leiden tot goede kwaliteit van zorg en ondersteuning en keuzevrijheid voor onze inwoners.Krijgen van zicht en sturing op het sociaal domein
Door meer data-gedreven te werken komt er meer real-time inzicht in de ontwikkelingen in het sociaal domein, waardoor er beter en sneller gesignaleerd en gestuurd kan worden.
Met deze opgaven verwachten we onze inwoners nog beter te kunnen ondersteunen en de inzet beter betaalbaar te maken. Met deze visie en ontwikkelopgaven wordt invulling gegeven aan de versnelde transformatie in het sociaal domein. Het programma richt zich op de aansturing van deze opgaven.
Naast Corona waren er in 2021 ontwikkelingen - organisatorisch, personeel en financieel - die ertoe hebben geleid dat een strategische, duurzame aanpak van het programma sociaal nog niet goed van de grond is gekomen. Met name de financiële ontwikkelingen hebben veel impact gehad op de wijze waarop het programma is aangestuurd. Dit heeft er mede toe geleid dat er veel nadruk is komen te liggen op het maatregelenpakket 2022. De financiële druk en de getroffen maatregelen hebben impact op de transformatie en waren niet altijd in lijn met elkaar.
Ook het grote aantal projecten die voortvloeien uit de transformatie heeft een effectieve uitvoering bemoeilijkt. Deze projecten waren onvoldoende uitgelijnd op de ambities. Daarnaast kennen ze allemaal een eigen dynamiek in termen van besluitvorming en verantwoording. Dit maakt het geheel ondoorzichtig en leidt tot verminderde focus. Daarbij komt verder dat het gehele beleidsprogramma in de praktijk veel extra coördinatie en communicatie vraagt. Het college is tot de conclusie gekomen dat het efficiënter en effectiever moet en heeft de gemeenteraad hierover in maart 2022 geïnformeerd via een brief.
In de informerende raadsbrief hebben we ook aangegeven dat we, ondanks de ontwikkelingen binnen het domein sociaal, niet stil hebben gezeten met de ontwikkelopgaven. We hebben gewerkt aan dashboards voor Wmo en Jeugd die realtime te volgen zijn, om aan de hand hiervan beter te kunnen sturen. We hebben voorbereidingen getroffen voor het samenstellen van een preventieteam jeugd. En we zijn gestart met een analyse op de sociale voorzieningen en hebben gekeken welke zorg en ondersteuning uit het Twents Model lokaal kan worden vormgegeven en gecontracteerd, met minder aanbieders en ander type indicaties. Dit vraagt echter een grondige analyse van voorzieningen en doelgroepen en opstarten van pilots om te kijken wat werkt en duurzaam is. Daarmee gaat deze opgave minder voortvarend dan we aanvankelijk voor ogen hadden. Enerzijds heeft corona ons hierin parten gespeeld, maar het kost ook gewoon meer tijd dit goed te analyseren, uit te proberen en door te ontwikkelen, om ervoor te zorgen dat we de juiste basisvoorzieningen beschikbaar hebben op het moment dat we dit niet meer via het Twents Model inkopen.
Maatregelenpakket
Ook in 2021 gaven we, ondanks de nodige interventies, meer geld uit aan Wmo en Jeugd dan we daarvoor vanuit het Rijk ontvingen. We zagen en zien ontwikkelingen die de realisatie van eerdere interventiemaatregelen doen stagneren of zelfs (deels) teniet doen. Zoals de grotere zorgbehoefte (onder andere als gevolg van het abonnementstarief), de complexer wordende jeugdhulpvraagstukken en de duur van de trajecten en natuurlijk de coronacrisis. Dit is van invloed op het financieel effect van 2021.
In het kader van de Participatiewet zijn er de laatste jaren geen tekorten ontstaan en hielden we zelfs over op het budget dat het Rijk verstrekte voor bijstandsuitkeringen (budget BUIG), zo ook in 2021. Wel zien we door bijstellingen in het verdeelmodel de afgelopen jaren ons overschot afnemen, wat vraagt om structurele bijstelling.
Met het vaststellen van het nieuwe beleidsprogramma sociaal, de oplopende tekorten die we zagen en de impact van de (autonome) ontwikkelingen, hebben we in 2021 een uitgebreide analyse uitgevoerd. We hebben inzicht gegeven in de aard en verklaringen van de kostenontwikkelingen Jeugd, Wmo en BUIG en de daarbij behorende landelijke (en regionale) trends en ontwikkelingen. Ook hebben we de stand van zaken van de interventiemaatregelen geanalyseerd. Beide als onderlegger van het financieel perspectief in de Kadernota 2022-2025.
Toen we de kostenontwikkelingen van de afgelopen jaren doortrokken, liet ons financieel meerjarenperspectief voor het sociaal domein een tekort zien van ongeveer € 11.000.000. Om dit te voorkomen hebben we in 2021 bij de 1e Beleidsrapportage fors bijgeraamd (zie hieronder) en hebben we aanvullende en aangepaste maatregelen opgesteld. De maatregelen sluiten aan bij de ambities van ons beleidsprogramma en zetten in op twee lijnen: een daling van volume en trajectkosten en een verhoging van de compensatie vanuit het Rijk. De volgende maatregelen zijn in 2021 verder uitgewerkt, met als doel ze per 1 januari 2022 zo veel mogelijk te effectueren en uit te voeren:
Maxkader Wmo
Doorstroom naar de WLZ
Brede vraagverheldering
Toepassen doorbraakmethode
Lobby voor afschaffen abonnementstarief
Versterken preventie (schoolzorg ondersteuners en POH)
Vroegsignalering schuldhulpverlening
Lagere vervoerskosten/ meer voorzieningen in de wijk
Innovatie, preventie en versnelling
Vooruitlopend op het Beleidsprogramma sociaal 2021-2025 zijn we in 2020 al gestart met een aantal plannen voor innovatie, preventie en versnelling. Via de Kadernota en Beleidsbegroting 2020-2023 heeft de gemeenteraad hiervoor incidenteel € 2.400.000 beschikbaar gesteld. Dit bedrag is ‘boekhoudkundig' verdeeld over de jaren 2019-2023 (voor 2019 € 453.000 en voor 2020-2023 jaarlijks € 500.000). Daarbij is aangegeven dat het daadwerkelijke uitgaven patroon anders kan verlopen. In 2020 is besloten een bedrag van bijna € 1.000.000 te besteden, verdeeld over 14 concrete plannen (vaak meerjarig). Over het resterende bedrag heeft de gemeenteraad in 2021 besloten het in te zetten op de opgaven van het beleidsprogramma, om uitvoering te geven aan nieuwe acties binnen de opgaven en daarmee vaart te kunnen maken. Het gaat om inzet op projectmanagement en pilots ten behoeve van de opgaven.
Budget
In dit centrale thema gaan wij in op de financiële realisatie van de uitvoering van de Wmo, Jeugdwet en Participatiewet. Binnen het sociaal domein (programma 6) presenteren wij u een totaal voordeel van € 6.305.000 ten opzichte van de bijgestelde begroting. Dit is een fors voordeel binnen een domein waarin we het afgelopen jaar grote bijstellingen hebben gedaan. Want bij de 1e Beleidsrapportage hebben we u gemeld dat we geld uit aan Wmo en Jeugd uitgeven dan we daarvoor vanuit het Rijk ontvingen en het overschot op het BUIG budget zal afnemen (zie hierboven). In totaal is bij de 1e Beleidsrapportage daarom € 10.200.000 bijgeraamd binnen het sociaal domein. Hiervan is aangegeven dat € 1.285.000 werd veroorzaakt door corona.
De bijstellingen zijn goed ingeschat, omdat de voordelen die we nu zien grotendeels incidenteel van aard zijn. Daarnaast zijn de grootste bijstellingen gedaan op de zorgbudgetten jeugd en Wmo, hier zien we nu een beperkte afwijking ten opzichte van de bijgestelde budgetten.
De grootste incidentele voordelen zijn:
€ 906.000 is niet besteed budget dat beschikbaar was voor de innovatieprojecten en ontwikkelopgaven (valt financieel onder taakveld 6.1).
€ 662.000 vanuit de overige budgetoverhevelingen
€ 2.000.000 afrekening centrumgemeente Beschermd wonen
€ 750.000 voordelig saldo van ROZ. Hiervan wordt € 250.000 gestort in de reserve Tozo
Dit neemt niet weg dat we de gegevens uit deze jaarrekening weer nader zullen analyseren en gebruiken om het financieel meerjarenperspectief te actualiseren.
Hieronder presenteren wij een tweetal tabellen die een nadere uitsplitsting geven van de ontwikkeling van de geraamde budgetten en de daadwerkelijke kosten per zorgvorm
WMO (bedragen * € 1.000) | Primitief 2021 | 1e Berap 2021 | Gewijzigde begroting 2021 | Jaarrekening 2021 | verschil 2e Berap met jaarrekening |
---|---|---|---|---|---|
Voorveld | 1.824 | 1.751 | 1.748 | 1.263 | 485 |
Wijkteams/toegang | 3.778 | 3.778 | 4.092 | 4.176 | -84 |
Inkomensondersteuning chronisch zieken | 1.157 | 1.357 | 1.357 | 1.305 | 52 |
Maatwerkvoorzieningen (wonen, hulpmiddelen etc.) | 2.573 | 2.293 | 1.987 | 1.970 | 17 |
Ondersteuningsbehoeften | 7.206 | 9.764 | 9.713 | 10.085 | -372 |
PGB WMO | 1.074 | 882 | 712 | 364 | 348 |
Modules maatwerk (verblijf) | 944 | 956 | 956 | 948 | 8 |
Huishoudelijke ondersteuning | 8.067 | 8.910 | 8.910 | 9.258 | -348 |
PGB HO | 558 | 954 | 954 | 390 | 564 |
Vervoer | 1.797 | 1.818 | 1.705 | 1.349 | 356 |
Individuele voorzieningen ZIN | 45 | 41 | 41 | 64 | -23 |
Nog in te vullen taakstelling interventieprogramma | -350 | -10 | -10 | - | -10 |
Uitgaven WMO | 28.673 | 32.494 | 32.165 | 31.172 | 993 |
Beschermd Wonen | -1.000 | -1.000 | -3.028 | 2.028 | |
Eigen Bijdragen | -876 | -876 | -983 | -999 | 16 |
Bijdragen WMO | -876 | -1.876 | -1.983 | -4.027 | 2.044 |
Saldo WMO | 27.797 | 30.618 | 30.182 | 27.145 | 3.037 |
Toelichting Wmo
Bij de eerste beleidsrapportage is voor bij Wmo op verschillende onderdelen bijstellingen op het budget gemaakt. De grootste mutaties waren op dat moment de huishoudelijke ondersteuning, het budget voor de diverse ondersteuningsbehoeften, maar ook de inschatting van de afrekening beschermd wonen.
Het budget voor de huishoudelijke ondersteuning is bij de 1e Beleidsrapportage met ruim € 1.238.000 opgehoogd. We zien ook in 2021 een stijging in aantallen cliënten, hoewel de stijging lager is dan 2020. Helaas is de extra toestroom tot de huishoudelijke ondersteuning nog niet gestagneerd. Middels deze jaarrekening presenteren wij een voordeel van € 216.000 (ZIN en PGB).
Ook hebben wij het budget voor ondersteuningsbehoeften Wmo bij de eerste beleidsrapportage 2021 met € 2.366.000 opgehoogd. Via deze jaarrekening rapporteren wij een beperkt nadeel van € 22.000 (ZIN en PGB).
Ten aanzien van de afrekening beschermd wonen was ingeschat dat dit ongeveer € 1 miljoen zou zijn. We hebben nu een afrekening ontvangen die fors hoger is, waardoor we een voordeel kunnen noteren van incidenteel € 2,0 miljoen
Jeugd (bedragen * € 1.000) | Primitief 2021 | 1e Berap 2021 | Gewijzigde begroting 2021 | Jaarrekening 2021 | verschil 2e Berap met jaarrekening |
---|---|---|---|---|---|
Voorveld | 1.228 | 2.169 | 2.169 | 1.339 | 830 |
Wijkteams/toegang | 3.565 | 3.936 | 3.936 | 3.693 | 243 |
Ondersteuningsbehoefte Jeugd | 13.379 | 17.371 | 16.728 | 17.731 | -1.003 |
Modules Maatwerk (verblijf) | 3.784 | 5.663 | 5.663 | 5.955 | -292 |
Beschikbaarheidsvoorzieningen | 3.447 | 3.436 | 3.770 | 2.972 | 798 |
Maatwerk vervoer | 311 | 315 | 315 | 217 | 98 |
PGB Jeugd | 224 | 226 | 226 | 110 | 116 |
Individuele voorzieningen ZIN | 508 | 508 | 463 | 418 | 46 |
Module maatregelhulp (Jeugd) | 3.364 | 3.604 | 3.604 | 3.142 | 462 |
Veilig Thuis Twente | 594 | 518 | 518 | 540 | -22 |
Uitgaven Jeugd | 30.404 | 37.746 | 37.392 | 36.117 | 1.275 |
Nog in te vullen taakstelling interventieprogramma | -477 | -497 | -80 | - | -80 |
Saldo Jeugd | 29.927 | 37.249 | 37.312 | 36.117 | 1.195 |
Toelichting Jeugd
Voor jeugdzorg hebben we bij de eerste berap 2021 de begroting met € 7,3 miljoen naar boven bijgesteld. Deze bijstelling is vooral gemaakt op de budgetten die de ondersteuningsbehoeften en verblijf betreffen.
Overall gezien blijven we in deze jaarrekening binnen de bijgestelde budgetten die betrekking hebben op de zorgonderdelen. Per saldo houden we daarop ruim € 200.000 over. Als we inzoomen op de subonderdelen zien we wel grote verschillen ontstaan. Bij de ondersteuningsbehoeften zien we forse overschrijdingen, terwijl we minder uitgeven dan begroot bij de geëscaleerde jeugdzorg en bij de Weinig voorkomende hoog specialistische jeugdhulp. Nadere toelichting op deze onderdelen vindt u terug in de toelichting per taakveld.
Daarnaast zien we een groot positief voordeel bij het voorveld. Dit voordeel wordt veroorzaakt door onderbesteding op de innovatieve projecten. Deze budgetten worden naar 2022 gebracht via de budgetoverheveling naar 2022.
Toelichting Participatiewet
In tegenstelling tot eerdere prognoses en ondanks de coronacrisis, heeft de arbeidsmarkt zich gunstig ontwikkeld. Dit heeft ertoe geleid dat het aantal uitkeringen per saldo is gedaald.
Wel zien we het aantal klanten met een baan met loonkostensubsidie stijgen. Het is een bewuste keuze om iedereen die enigszins kan werken, ook daadwerkelijk te laten werken met de benodigde ondersteuning. Werk is enorm van belang voor het welzijn van mensen. Mensen met werk zijn aantoonbaar gelukkiger en gezonder. Naast dat dit uit sociaal oogpunt uiteraard wenselijk is, betekent het vaak ook een besparing op (toekomstige) kosten op andere gebieden zoals de Wmo, Jeugdzorg, schulden en ziektekosten.
Het Rijk heeft als gevolg van deze gunstige conjunctuur en het landelijk dalende aantal bijstandsgerechtigden het landelijke BUIG-Budget 2021 naar beneden bijgesteld. Tegelijkertijd zijn er ook aanpassingen in de wegingsfactoren van het verdeelmodel doorgevoerd. Deze aanpassingen leiden voor de Regio Twente, waaronder dus ook de gemeente Hengelo, tot een daling van het BUIG-budget. Per saldo hebben wij ten opzichte van de Rijksinkomsten in 2021 een voordeel op de bijstandsverstrekking gerealiseerd ad € 900.000. Echter zien wij ook risico's aangezien het voordeel in 2019 voor Hengelo nog € 2.900.000 bedroeg en in 2020 € 1.900.000. Dit nadelige verschil ten opzichte van de voorgaande jaren wordt veroorzaakt door een afname van het Hengelose aandeel in het landelijke BUIG-budget. Als gevolg hiervan zullen wij wederom onze meerjarenbegroting op deze ontwikkeling moeten bijstellen.